Fotopersbureau Het Zuiden (Turi), 30 november 1975
Het pand Oranje Nassaulaan 26 is een voormalig herenhuis met achtererf. De architect A. van Liempt heeft het in 1903 gebouwd in een mengstijl met elementen uit art nouveau en neorenaissance. Sinds mei 2001 staat het als rijksmonument geregistreerd. Het gedeeltelijk onderkelderde, bakstenen huis beslaat een rechthoekige plattegrond. Aan de Oranje Nassaulaan telt het pand twee bouwlagen en een kapverdieping onder een voordakschild. Aan de achterzijde zijn drie bouwlagen onder een plat dak met een L-vormige eenlaagse uit- en aanbouw. In het voordekschild bevindt zich een boogvormige dakkapel met oogvenster. De asymmetrische voorgevel telt drie traveeën. De linkertravee wordt bekroond met een topgevel. In de middelste travee is op de verdieping een erker met afgeronde hoeken op een zware, massieve console met overstekende goot op klossen en consoles. De rechtertravee wordt bekroond met een dakopbouw onder plat. Op de begane grond is een kleine entreeportiek die geaccentueerd wordt door een rondboog op blokvormige consoles. Diverse friezen in natuursteen met voorstellingen in licht haut-reliëf, in 1972 (opnieuw) vervaardigd door de Bossche beeldhouwer Jacques de Bresser, zorgen voor horizontale accenten. Boven de ramen van de eerste verdieping bevindt zich een langwerpig reliëf over een lengte van 520 cm; voorgesteld zijn de vier seizoenen. Boven de ingang zit een wapensteen in een andere steensoort en een reliëf van twee heraldische figuren in wapenuitrusting met schilden. Daarboven, onder de rand van de dakopbouw, een reliëf met twee halffiguren, twee engelen, alsmede de tekst SALVE. De voorgevel wordt verder geleed en verlevendigd door het gebruik van graniet voor de plint, onder-, tussen- en bovendorpels, speklagen, gevelornamenten, entreetrappen met dagkanten en boog van het portiek, de gootklossen en consoles, de brievenbus, het fries. Gevelopeningen onder latei, getoogde kozijnen waarin schuif- en draaivensters met glas-in-lood bovenlichten. De dubbele paneeldeur heeft siersmeedijzeren traliewerk en een bovenlicht. De opzet van de plattegrond is bewaard gebleven. Een S-vormige gang leidt naar het achtererf. De voormalige woonvertrekken zijn gegroepeerd rondom het centraal gelegen trappenhuis. Van het interieur zijn onder meer vermeldenswaard: vestibule, hal met marmeren vloerplaten, lambrisering, trappenhuis met rondom een atrium gesitueerde bordestrap, afgezet met panelen en voorzien van balusters en gekrulde leuning. Op de overloop van de derde verdieping is een tweedelig daklicht met kleine roeden geplaatst waarin figurale, deels gekleurde glasplaten en omlijst met panelen. De kelder heeft een troggewelf en gele plavuizen. | 14 |
InleidingIn de wijk Het Zand gelegen voormalig herenhuis met achtererf. Het betreft een tussenwoning, gebouwd in 1903 door architect A. van Liempt in een stijl die elementen mengt uit het Berlagiaanse Rationalisme, de Art Nouveau en de Neo-Renaissance. De wijk Het Zand is vanaf circa 1890 aangelegd in een gebied tussen de oude binnenstad en het spoor en ontleent zijn naam aan de noodzakelijke ophoging van het terrein dat voor militaire inundaties was afgegraven. De woningen werden gerealiseerd door particulier initiatief en voornamelijk betrokken door welgestelde Bosschenaren. Vanaf de Stationsweg, de primaire hoofdas van Het Zand, neemt de rijkdom in ornamentiek van de bebouwing in noordelijke en zuidelijke richting af, hetgeen correspondeert met de oorspronkelijke grondprijzen en de sociale status van de voormalige eigenaren en bewoners. Het voormalige herenhuis is thans als bedrijfspand in gebruik. De serre-pui in de achtergevel is vervangen (nu een stalen pui met kleine roedenverdeling). Het interieur is op onderdelen gewijzigd en licht gemoderniseerd.OmschrijvingHet gedeeltelijk onderkelderde bakstenen pand beslaat een rechthoekige plattegrond en telt aan de Oranje Nassaulaan twee bouwlagen en een kapverdieping onder een voordakschild, gedekt met mastiektegels in Maasdekking. Aan de achterzijde drie bouwlagen onder plat met een L-vormige eenlaags uit- en aanbouw. Boogvormige dakkapel met oogvenster in het voordakschild. De asymmetrische voorgevel van het in kruisverband gemetselde pand telt drie traveeën. De linker travee wordt bekroond met een in- en uitgezwenkte topgevel. In de middelste travee bevindt zich op de verdieping een erker met afgeronde hoeken op een zware, massieve console en onder een ter plaatse doorschietend voordakschild met overstekende goot op klossen en consoles. De rechter travee, met op de begane grond een kleine entreeportiek geaccentueerd door een om de kop getrokken rondboog op blokvormige consoles, wordt bekroond met een dakopbouw onder plat. Diverse friezen in natuursteen met voorstellingen in licht haut-reliëf zorgen voor horizontale accenten: in de topgevel met Art Nouveau-ornamenten, onder de rand van de dakopbouw het woord 'SALVE' met aan weerszijden een gevleugelde engelen, op de overgang van begane grond naar eerste verdieping in de linkertravee een voorstelling met de vier jaargetijden en boven de entree een wapenschild geflankeerd door twee heraldische ridderfiguren.De voorgevel wordt verder geleed en verlevendigd door het gebruik van graniet voor de onderlangs lopende gebosseerde plint, onder-, tussen-, en bovendorpels, speklagen, gevelornamenten, de entreetrappen met dagkanten en omlijstende boog van het portiek, de gootklossen en consoles, de brievenbus, het fries en de afdekkingslaag van de topgevel en een deel van de lateien; verder een lichte kalksteen voor de overige friezen, diverse spekblokken en vensterstijlen. Andere vensterstijlen, spekblokken, lateien en de erkerconsole zijn gecementeerd. Op de verdieping zijn twee bakstenen segmentbogen in het muurwerk opgenomen. Gevelopeningen onder latei, segmentboog (topgevel) of rondboog (entree) met rechtgesloten, getoogde en rondboogvormige kozijnen waarin enkele, twee- of drievoudig gekoppelde schuif- en draaivensters met glas-in-lood bovenlichten en een dubbele beglaasde paneeldeur met siersmeedijzeren traliewerk voor deur en bovenlicht. Achtergevel soberder gedetailleerd. Vier traveeën breed, verticaal geleed door toppilasters op kraagstenen. L-vormige eenlaags aan- en uitbouw onder plat, bestaande uit een drie traveeën brede, gekoppelde serre en achteruitganguitbouw waarop een breed balkonterras en een aangrenzende, één travee brede aanbouw met vide. Speklagen en vensters met sluitstenen, onder meer naar binnen draaiende stolpvensters. De opzet van de plattegrond is bewaard gebleven. S-vormige gang leidt naar het achtererf, voormalige woonvertrekken gegroepeerd rondom het centraal gelegen trappenhuis. Van het interieur zijn onder meer vermeldenswaard: vestibule, hal en gang met zwartgevlekte witmarmeren vloerplaten, plinten en lambrisering (deels versoberd); trappenhuis met rondom een groot atrium gesitueerde bordestrap, aan de zijkant afgezet met panelen en voorzien van sierlijk gesneden balusters en gekrulde leuning; op de overloop van de derde bouwlaag een groot tweedelig daklicht met kleine roeden waarin figurale, deels gekleurde glasplaten en omlijst met panelen; kelder met troggewelf en gele plavuizen; diverse kamers en vertrekken met paneeldeuren en geprofileerd lijstwerk en stucwerkplafonds. WaarderingHet voormalige herenhuis is van algemeen belang. Het object bezit cultuurhistorische waarden als voorbeeld van een woning voor de meer welgestelden. De sociale status is nauw verbonden met de situering in stedenbouwkundige context. Daarnaast omdat het object als onderdeel van de eerste stadsuitbreiding buiten de wallen een belangrijke fase vertegenwoordigt in de stedenbouwkundige ontwikkeling van Den Bosch. Het object heeft architectuur- en kunsthistorische waarde vanwege het belang van het beeldhouwwerk en de bouwstijl voor de geschiedenis van de kunst en architectuur; verder vanwege de esthetische kwaliteiten van het architectonisch ontwerp, de zeer verzorgde ornamentiek en de verfijnde detaillering van met name de gevels met reliëfs en delen van het interieur. Het object heeft ensemblewaarden als onderdeel van de historische verkaveling langs een van de hoofdwegen van de wijk Het Zand. Het object is van belang wegens de architectonische gaafheid en de bewaard gebleven elementen uit het interieur en draagt bij tot de visuele en structurele gaafheid van de wijk Het Zand. |
1994 |
RedactieHet beeldhouwwerkErfgoed bekeken 3 (1994) 4 |
1908 | jhr. mr. A.F.O. van Sasse van Ysselt (raadsheer in het gerechtshof) |
1910 | jhr. mr. A.F.O. van Sasse van Ysselt (raadsheer in het gerechtshof) |
1928 | jhr. mr. A.F.O. van Sasse van IJsselt - H.J. Schrover |
1943 | dr. J.H.B.M. Huijsmans (oogarts) - dr. J. Huysmans (oogarts) |
R.J.P.M. (René) Vroomen Wapens in 's-Hertogenbosch, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch (2021) 17